LinkedInYouTubeTwitter

Tweetaligheid in gemeentelijk vastgoedmanagement

HouseOp vrijdag 29 oktober organiseerde de Amsterdam School of Real Estate (ASRE) een bijeenkomst over gemeentelijk vastgoed. Circa zestig, overwegend gemeentelijke professionals discussieerden over de sociale opgave en de betekenis daarvan voor de toekomst van het gemeentelijk vastgoedmanagement.

 

Een greep uit de inzichten: individualisering van de vraag, horizontale verbindingen, tweetaligheid, verduidelijking gemeentelijke rollen, en regionale vastgoedbedrijven als lange termijnperspectief. Impliciete conclusie: er is nog veel te leren in gemeentelijk vastgoedmanagement.

 

Rob Crassee opende als gastheer de bijeenkomst en wees op de activiteiten van de ASRE, waaronder de sectoropleiding Overheid en Vastgoed.

 

Ter inleiding benadrukte gespreksleider Marc van Leent dat de betrokkenheid van gemeenten bij maatschappelijk vastgoed zeer uiteenlopend kan zijn. Bij een groot deel van het 'maatschappelijk' vastgoed speelt de gemeente nauwelijks een actieve rol. In dat verband gaf hij het voorbeeld van een copyshop die wezenlijk bijdraagt aan de onderlinge vertrouwdheid tussen bevolkingsgroepen.

Walter Etty, adviseur bij AEF en voormalig wethouder te Amsterdam, ging als eerste spreker in op de sociale opgave waarvoor gemeenten staan. Hij benadrukte de tendens van individualisering (denk aan PGB's) en wees op de verschuiving van middelen van overheid naar zorg en onderwijs. Hij stelde dat, ondanks alle geklaag , in deze sectoren heel veel geld omgaat. De gemeente moet zich opnieuw tot deze sectoren gaan verhouden. Speel niet de 'baas', maar zoek naar nieuwe 'horizontale verbindingen'. Vervolgens gaf Marianne Bogers, hoofd Maatschappelijk Vastgoed van de gemeente Amsterdam, een voorbeeld daarvan. Haar eigen unit doet eigenlijk niets anders dan partijen en beleidsvraagstukken op een intelligente manier met elkaar te verbinden, met 'tweetaligheid' als belangrijkste competentie. Haar unit heeft geen eigen vastgoed.  Aan het eind van de bijeenkomst werden drie onderzoekers ondervraagd over de staat van het gemeentelijk vastgoedmanagement. Walter Rozendaal was zeer uitgesproken in zijn mening dat het vastgoedmanagement sterk onderontwikkeld is bij gemeenten. "Beleggers hebben hun zaakjes veel beter op orde". Afgezien van de grote gemeenten signaleerde hij een groot gebrek aan urgentie om daar wat aan te doen. Patrick de Kort begeleidt veel gemeenten bij de professionalisering van hun vastgoedmanagement. Hij stelde dat het 'centrale vastgoedbedrijf' niet zaligmakend is. 'Er zijn ook andere wegen naar meer professionaliteit'. Sidney MacGillavry van Twijnstra Gudde zette een markante stip aan de horizon door te stellen dat gemeentelijke vastgoedafdelingen over 10 jaar vanzelf verdwenen zijn. 'Gemeenten zullen gaandeweg ontdekken dat dit een suboptimale oplossing is'. Eén van de perspectieven die hij schetste was die van het regionaal gepositioneerd vastgoedbedrijf. "Er is meer schaal en onafhankelijkheid nodig om voldoende professionaliteit te genereren". Dit werd in de zaal herkend. Bovendien sloot dit perspectief goed aan bij de eerdere oproep van Walter Etty om als gemeente bewuster te zijn van het aantal rollen dat je vervult; 'probeer ze goed van elkaar te scheiden'. Op de vraag naar het belang van eigendom voor het verwezenlijken van de sociale opgave, kwam geen eenduidig antwoord. Etty en Bogers betoogden dat vastgoed voor gemeenten minder belangrijk zal worden; een deel van de zaal zag dat echter anders.

 

 

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
CAPTCHA Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.