Na 35 jaar wordt een groot deel van een ouderencomplex met buurtfunctie in Amsterdam, gesloopt. Hoe kan zo'n gelauwerd project van architect Herman Hertzberger, zo vroeg aan de sloophamer ten prooi vallen?
In het Parool een uitgebreider bericht over de sloop van De Drie Hoven in Amsterdam. Dit complex was één van de eerste projecten waarmee architect Herman Hertzberger naam heeft gemaakt.
In het artikel kunnen we lezen dat "het complex, dat in 1975 werd opgeleverd, een grotendeels open opzet had waardoor de bewoners gemakkelijk contacten met elkaar konden onderhouden zoals ze dat voorheen gewend waren. Het gebouw bestond uit aaneengeschakelde vleugels met een centrale gemeenschappelijke binnenplaats voor evenementen, 'het Plein' genaamd, en drie grote hoven rondom. Deze hoven waren gericht naar de wijk en hadden privé-tuintjes grenzend aan de appartementen en een plantenkas in het midden. Dit droeg bij aan het groen in de wijk. Overige buurtbewoners waren eveneens welkom in De Drie Hoven en konden gebruik maken van de voorzieningen van het complex waaronder een wasserette, een café en een restaurant."
Wat ging er mis?
De directie van De Drie Hoven wijst op de toenemend behoefte van privacy en veiligheid die op gespannen voet kwam te staan met het open concept. Ook waren er nieuwe ARBO-eisen. Tezamen leidden deze ontwikkelingen tot de beslissing op te slopen. Gelukkig wordt een deel van het gebouw gerestaureerd waardoor de schepping van Hertzberger gedeeltelijk behouden blijft.
Hoe je het ook bekijkt: een levensduur van 35 jaar is en blijft kort. Heeft die korte levensduur met de specifieke dynamiek in de zorgsector te maken? In die sector maken immers veel meer gebouwen de aanvankelijke 'afschrijvingstermijn' van 40 jaar niet vol. Of zegt die korte levensduur ook iets over het ontwerp? Te weinig flexibel, teveel gefixeerd op een wensbeeld van wonen en zorg dat niet meer van deze tijd is? Gesloopt door de tijdgeest.
Reactie toevoegen