Kwaliteit van de schoolgebouwen, staat van onderhoud
Hoe nu geregeld? Invloed van de overheveling Welke ontwikkelrichtingen zijn er? Wel een mogelijkheid:
In de WPO staat opgenomen dat na afstoten van het gebouw door het schoolbestuur, het pand zsm wordt overgedragen naar de gemeente. Bij twijfel aan de staat van onderhoud, dient er nader onderzoek te worden gedaan. Bij vaststelling van een tekortkoming in de staat van onderhoud dienen het schoolbestuur en de gemeente tot overeenstemming te komen over wie wat gaat oplossen en betalen.
Komen ze er niet uit en komt men in conflict, dan wordt de case voorgelegd aan de provincie. Deze doet uitspraak over wie wat en hoe het opgelost wordt (als rechter).
Nu is niet in de wet opgenomen wat het onderhoudsniveau dient te zijn en welk criterium/toetsingskader hiervoor gehanteerd kan worden.
Hogere noodzaak van goed inzicht in de staat van de gebouwen en kwalitatief MJOP.
Schoolbestuur voert hierin de regie. Vanuit de wetgeving beschikt de gemeente over invloed op de capaciteit van schoolgebouwen.
Als je op lokaal niveau afspraken maakt, kan het een gezamenlijke verantwoordelijkheid worden.
Schoolbesturen krijgen meer vrijheid om te investeren (buiten erbij) maar ook voor energiebesparing en dergelijke (mits terug te verdienen). Schoolbesturen moeten hiervoor middelen zoeken.
Voor leningen is een borgstelling door gemeente als economisch eigenaar gebouw nodig. Schatkistbankieren kan ook alleen bij borgstelling van de gemeente. Gemeenten zitten hier niet om te springen. De overheveling heeft hierbij last van de 256 mio korting in het gemeentefonds.
Is wel raadzaam om vast te leggen wat het onderhoudsniveau dient te zijn en welk criterium/toetsingskader (NEN 2767, gemiddeld per gebouw of per onderdeel) hiervoor gehanteerd kan worden. De verordening is niet de aangewezen plek om dit vast te leggen
IHP heeft formeel geen status.