Proeftuin Vastgoed voor Vrouwenopvang
Op initiatief van woningcorporatie Mitros en de Kopgroep Maatschappelijke Voorzieningen en Vastgoed is op 23 mei een oriënterende bijeenkomst geweest over het vraagstuk van ‘accommodatie vrouwenopvang' en een mogelijke aanpak daarvan in concrete bouwpraktijken.
Tijdens deze bijeenkomst is de meerwaarde van een proeftuin ‘Vastgoed voor Vrouwenopvang' verkend. Hieronder wordt dit idee voor een proeftuin verder uitgewerkt. Een proeftuin is een lerend verband van partijen dat door middel van concrete praktijkprojecten de gewenste doorbraak probeert te realiseren.
Aanleiding voor de peiling over een proeftuin is de hoofdconclusie uit het onderzoeksproject ‘Huisvesting voor de Vrouwenopvang' van Minke Wagenaar Zij stelt dat de kwaliteit van de huisvesting van de instellingen voor vrouwenopvang tot het primaire hulpverleningsproces behoort. Dat vraagt om een enorme kwaliteitsverhoging in de huisvestingssituatie van de betrokken vrouwen en kinderen: van ‘overleven' naar ‘opleven'.
Doelen en inhoud proeftuin
Doelstellingen van de proeftuin zijn:
- naar binnen: samen onderzoeken, leren van elkaar en elkaar (mentaal) ondersteunen.
- naar buiten: samen partijen overtuigen en barrières wegnemen (denk aan regels, maar ook aan mentale barrières).
- per saldo: samen doorbraak realiseren; huisvesting wordt succesfactor van vrouwenopvang in plaats van stress factor.
Kern van de proeftuin bestaat uit pilotprojecten waar de beoogde kwaliteitsslag daadwerkelijk wordt uitgetest. Aan elke pilot doen tenminste de volgende partijen mee
- Vrouwenopvang resp. opvangorganisatie.
- Woningcorporatie als beoogd eigenaar van vastgoed.
- Gemeente als (mede)financier van de opvang.
Bij de samenstelling van de pilots wordt gestreefd naar mix van
- Type gebieden: stedelijk - landelijk
- Type locaties: bestaande wijk -uitbreidingswijk
- Type gebouwen: bestaand gebouw - nieuwbouw
Voorwaarden voor deelname aan proeftuin zijn:
- Commitment; meedoen aan de centrale bijeenkomsten met tenminste één vertegenwoordiger per pilot; bij voorkeur met vertegenwoordigers van elk van de betrokken partijen.
- Brengen en halen; actief delen van verworven kennis en inzichten.
- Delen in gemeenschappelijke kosten (zie betreffende paragraaf).
De proeftuin is gericht op de huisvesting van vrouwenopvang (met kinderen); andere vormen van bescherming tegen huiselijk geweld blijven buiten beschouwing. Centrale thema's zijn:
- Gebouwconcepten
- Financiering
- Doorstroming
Specifiek geformuleerde leerpunten zijn:
- Gebouwconcepten
- o Hoeveel wooneenheden zijn (idealiter) per voorziening nodig en hoe groot moeten de wooneenheden zijn?
- o Op welke manier kan de gemeenschappelijke zorgvoorziening gedeeld worden met andere doelgroepen en de wijk (denk ook aan 24-uurs bemensing)?
- o Welke vorm en afmetingen zijn er nodig voor voldoende onbenoemde ruimte (de z.g. ‘interne publieke ruimte'), om de relatie tussen wonen en zorg goed te kunnen bemiddelen?
•o Welke bouwkundige flexibiliteit is nodig om in te spelen op diversiteit van cliënten / huishoudens? Wat is de bandbreedte hierin voor locale toepassingen, gelet op de behoefte aan overmaat?
- o Welke typologieën kunnen per type wijk/omgeving worden onderscheiden (atrium, hofje, enz.)?
- o Hoe ziet een sociaal en feitelijk veilige voorziening er uit; wat betekent dat voor situering, faciliteiten, enzovoort?
- Financiering
- o Hoe kan er een helder financieringsstelsel in de vrouwenopvang opgezet worden, waardoor de stichting en exploitatie van de nieuwe accommodaties ook voor alle betrokken partijen inzichtelijk is en blijft?
- o Hoe kan huurtoeslag geregeld i.c. veiliggesteld worden voor cliënten?
- o Hoe zit het met de financiering van het ‘wonen'; hoe kan ‘onrendabele top' slim beperkt worden?
- o Hoe zit financiering van de ‘zorg' in elkaar; wie spelen er een rol?
- o Welke maatschappelijke baten levert goede vrouwenopvang op; kunnen deze baten gemonetariseerd worden?
- Doorstroming
- o Is het gewenst om crisisopvang te onderscheiden van vervolgopvang, of juist niet? Of is dit afhankelijk van een locale, regionale danwel landelijke taakverdeling i.c. van locale factoren?
- o En hoe kun en wil je met uiteindelijke doorstroming naar een normale woning resp. begeleid wonen omgaan? Is hierin een speciale rol weggelegd voor de corporatie die de nieuwe accommodatie beheert?
Opzet proeftuin
De proeftuin kent een aantal ‘onderdelen' die in bijgaand schema zijn weergegeven. Kern van de opzet is dat de pilots direct voeding geven aan het (verdiepend) onderzoek en dat de uitkomsten van dit onderzoek weer van invloed zijn op de koers van de pilotprojecten. Een vorm van procesmanagement zorgt voor continue wisselwerking.
Pilots
- Voor de proeftuin zijn de volgende pilots aangemeld.
plaats |
opvanginstelling |
corporatie |
Gemeente |
Alkmaar |
Blijf Groep |
Woonwaard |
Alkmaar |
Tilburg |
De Bocht |
Wonen Breburg |
Tilburg |
Venlo |
Mutsaersstichting |
? |
Venlo |
Wormerveer |
Blijf Groep |
Parteon |
Zaanstad |
Nijmegen |
Hera Apeldoorn |
Talis |
Nijmegen |
Utrecht |
Vieja |
Mitros |
Utrecht |
Daarnaast is nog interesse uitgesproken door partijen uit Rotterdam, Emmen en Vlissingen. Eind oktober hebben instellingen uit Maastricht, Heerlen en Den Haag zich als belangstellende aangemeld.
Verdiepend onderzoek
Onderzoek richt zich op thema's
- Gebouwconcepten; ontwerpend onderzoek gericht op eerdergenoemde leerpunten, met name de concrete vormgeving van de ‘interne publieke ruimte' van de instelling. Onderzoek naar het ‘accommoderen' van de veranderbaarheid van hulpverleningsconcepten, waar de relatie tussen zorg en wonen onderdeel van is, en de flexibiliteit van het gebouw om deze verandering te bewerkstelligen, zonder al te grote verbouwingen.
- Financiering; integraal onderzoek naar aard financiering van wonen en zorg binnen de vrouwenopvang.
- Maatschappelijk rendement; onderzoek naar maatschappelijke effecten van volwaardige huisvesting en mogelijke monetarisering daarvan.
Procesmanagement
Procesmanagement zorgt voor aanjagen van proces, verbinden van mensen en verankeren van resultaten (onder andere in de gereedschapskist). Procesmanagement Is flexibel en speelt voortdurend in op de wijzigende situatie; houdt partijen enthousiast en betrokken. Tweehoofdige bezetting:
- coördinator met primaire focus op proces, onderhoudt ook relatie met netwerk van de Kopgroep;
- coördinator met primaire focus op inhoud
Gereedschapkist
Om resultaten van pilots en onderzoek beschikbaar te maken en houden voor zowel de proeftuinpartners als andere partijen in het veld wordt een (eenvoudige) gereedschapskist aangelegd. Het procesmanagement zorgt dat deze periodiek geactualiseerd en geëvalueerd wordt.
Ambassadeurs
Tenminste twee maal, halverwege en aan het eind, vindt een ‘confrontatie' plaats met zogenaamde ambassadeurs of ondersteunende partners over gesignaleerde knelpunten en kansen. Deze ambassadeurs zijn belangrijke opinieleiders en beslissers die in staat zijn om barrières weg te (laten) nemen. Ambassadeurs moeten nader geïdentificeerd en benaderd worden. Ze worden periodiek geïnformeerd (zonodig bestookt) over de voortgang van de proeftuin. Aan de volgende ambassadeurs wordt gedacht (vijf uit deze lijst):
- Hedy d'Ancona, politica en v.m. minister van WVC
- Liesbeth van der Pol, architect, Rijksbouwmeester
- Willem van Leeuwen, voorzitter Aedes (toezegging 30/10)
- Aleid Wolfs, burgemeester Utrecht of Annemarie Jorritsma, burgemeester Almere
- Judith Wolf, Hoogleraar Maatschappelijke Zorg
- Gerard van Miltenburg, coördinator De Kopgroep
Tijd en geld
Ander aspecten van de werkwijze zijn:
- Looptijd van proeftuin is 2 jaar: zomer 2008 -zomer 2010.
- Partners zijn de pilothouders en ondersteunende partijen[1] als Federatie Opvang, de Kopgroep, Movisie, Aedes, SEV, e.d.
- Elk kwartaal (in totaal 8 maal) vindt een partnerbijeenkomst plaats met de direct betrokken partijen.
- Halverwege wordt een werkconferentie gehouden waar de voorlopige resultaten worden gedeeld en besproken met alle partners en sparringpartners.
- Aan het eind wordt een slotmanifestatie gehouden waarin de integrale resultaten worden gepresenteerd aan het veld en relevante beslissers. Functies zijn: informeren, overtuigen en pressie uitoefenen. Werkvorm van deze manifestatie dient nader bepaald te worden (conferentie, demonstratie, viral marketing?).
Kosten van proeftuin over 2008-2010 bedragen:
- Pilots: zelf financierend
- Onderzoek: € 100.000,-
- o Ontwerpend onderzoek (2008/2009): € 25.000,-.
- o Financiering (2008/2009): € 12.500,-
- o Maatschappelijk rendement (2008/2009): € 12.500
- o Nog nader te bepalen (2009/2010): € 50.000.
- Procesmanagement: € 50.000,-
- o Voorbereiding, begeleiding en nazorg partnerbijeenkomsten: 8 x € 2.500,-: € 20.000,-
- o Werkconferentie en slotmanifestatie: € 10.000,- [2]
- o Kennismanagement; gereedschapskist opzetten en onderhouden: € 7.500,-
- o Secretariële ondersteuning: € 5.000,-
- o Diversen (pr, publicatie, enz.): € 7.500,-
- Totale kosten over looptijd: € 150.000,-
Dekking van kosten
- Bijdrage van pilothouders: zes pilots x 2 jaar x € 7.500,-[3] per jaar: € 90.000,-.
- Bijdrage van andere partners: Kopgroep, Federatie Opvang, Aedes, SEV, Movisie, e.a.: € 60.000,-
Verder:
- Alle genoemde kosten zijn exclusief BTW.
- De gezamenlijke partners besluiten (tijdens partnerbijeenkomsten) over de inzet van beschikbare middelen.
- De Wijkplaats[4] treedt daarbij op als administratiekantoor van de proeftuin; zij factureert aan de deelnemende partners en zorgt voor betaling van de uitvoerders.
- De partnerbijdrage wordt in twee termijnen gefactureerd: € 7.500,- in sept. 2008 en € 7.500,- in sept. 2009.
- Namens elke pilot treedt één van de pilothouders op als zakelijk aanspreekpunt.
Tot besluit
Na één jaar wordt de proeftuin geëvalueerd en beslist de partnerbijeenkomst over het vervolg. De mogelijkheid bestaat om de proeftuin gezamenlijk te beëindigen. Het is in beginsel niet mogelijk om individueel uit te stappen. Maar alles gebeurt steeds in redelijkheid en vertrouwen. De proeftuin mag niet aanvoelen als keurslijf. Verre van dat. De proeftuin moet een stimulerend verband worden van partijen en personen die het beste in elkaar boven halen. Als dat lukt; wordt de proeftuin zeker een succes!
Dit voorstel is opgesteld door een initiatiefgroep
- Minke Wagenaar, zelfstandig architect-onderzoeker
- Sanne Vos en Berny van de Donk, woningcorporatie Mitros
- Marc van Leent, Kopgroep Maatschappelijke Voorzieningen en Vastgoed en partner van de Wijkplaats
3 september 2008
herziene versie 3 november 2008
[1] Voor ondersteunende partijen geldt dat ze daadwerkelijk iets te brengen hebben; dit kan zijn kennis, contacten, invloed, geld, enz.
[2] Slotmanifestatie kan eigen opbrengsten genereren; bedrag van € 10.000,- is onrendabele deel
[3] € 7.500,- is per jaar per pilot; kosten kunnen naar draagkracht verdeeld worden over betrokken partijen; bv. corporatie: € 3.750 en gemeente € 3.750,-
[4] Ook administrateur van de Kopgroep
Reactie toevoegen