Minister Blok vindt het niet nodig overtollig rijksvastgoed te slopen, zei hij tijdens een symposium op 24 juni 2014, georganiseerd door het College van Rijksadviseurs.
Tijdens dit symposium stond de vraag centraal ‘hoe om te gaan met leegstand?’ en dan met name het leegstaande vastgoed van het rijk.
Volleerd makelaar
In zijn toespraak refereerde Minister Blok aan zijn uitspraak op de najaarsbijeenkomst van Bouwstenen eind 2013; dat hij de grootste veroorzaker is van de leegstand. Hij presenteerde zich als een volleerd makelaar en prees diverse panden aan. Voor het belangrijkste deel van de panden kan een nieuwe bestemming worden gevonden. Rijksvastgoed ligt vaak op goede locaties, is monumentaal of karakteristiek en daarom goed te vermarkten, wist hij te vertellen. Grootschalige sloop van rijksvastgoed is volgens hem niet nodig.
Onvoldoende veerkracht
Leegstand is een probleem voor gebieden met onvoldoende veerkracht; binnensteden, stadswijken uit de jaren ‘50-’70 en sommige dorpen, aldus Hans Peter Benschop van Trendbureau Overijssel. Benschop: "Overheden in deze gebieden zouden het probleem aan moeten pakken door een gezamenlijk beleid te voeren ten aanzien van grond, ruilverkaveling, investeringen en beleid voor specifieke gebieden."
Maatschappelijk rendement
Het Rijksvastgoedbedrijf heeft bij de afstootopgave in eerste instantie een financiële doelstelling meegekregen en geen maatschappelijke. Voorstel van het College van Rijksadviseurs is om maatschappelijk rendement te kwantificeren middels een score bij vastgoedtransacties, waarbij vastgoed niet automatisch naar de hoogste bieder gaat. Maar de vraag is of deze aap (inschatting maatschappelijk rendement) op de schouder van het vastgoedbedrijf thuishoort, of bij de beleidsafdelingen en/of de politiek. Binnen het Bouwstenen-platform een bekend thema.
Ruimtelijkte kwaliteit
Aanwezigen bij het symposium waren ervan overtuigd dat er voor veel leegstaand vastgoed programma te vinden is, mits je belemmeringen in wet- en regelgeving slecht en de prijzen zich aanpassen aan de markt. Ronald Rietveld van architectenbureau RAAAF, pleit voor tijdelijk hergebruik ten behoeve van innovatie. “Benader het gebouw multidisciplinair, verbind belangen en elementen. Uit de clash komen nieuwe ideeën tot stand.” Anderen gaven aan dat er volop behoefte is aan goedkope ruimte. Maar dat wil je niet overal, in sommige gebieden is hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit de opgave.
Een te ruime jas innemen
Rudy Stroink, architect en adviseur, staat er anders in. “Er is in Nederland teveel vastgoed, dat opgeruimd zal moeten worden. We zitten in een te ruime jas. De vraag neemt af, ook na de economische recessie." Stroink adviseert voor het rijksvastgoed een geleidelijke aanpak, met een duidelijke strategie. Toewerken naar een structurele oplossing. Door het aanbod uit de markt te halen ontstaat een relatieve schaarste. “Door vastgoed voor (te) lage huurprijzen te verhuren ontstaan juist problemen, er is dan geen geld meer voor onderhoud en verbetering, en het verstoort de markt.” Stroink pleit voor een triage: verkoop, sloop en transformatie.
Meer informatie
- Adviesessay van Rudy Stroink, 'De gevolgen van de verkoop van een grote portefeuille overheidsgebouwen en de argumenten voor een andere aanpak'
- Informatiepagina ‘Leegstand’
- Informatiepagina ‘Herbestemmen, transformeren en renoveren’
Bouwstenenactiviteiten
- Bijeenkomst over de brede waardebenadering van het rijksvastgoedbedrijf op 30 juni 2014
- Proeftuin Waardesturing
- Werkgroep ‘Wegwerken overmaat en lopende acties
- Najaarsbijeenkomst 4 december 2014
Reactie toevoegen