De bevolkingsdaling heeft gevolgen voor voorzieningen als zorg, onderwijs en opvang. Hoe gaan partijen hier mee om? Een overzicht van de aanpak en een bijeenkomst, speciaal voor kinderopvang.
Krimpgebieden
In een eerste voortgangsrapport aan de Tweede Kamer geven Rijk, provincies en gemeenten aan dat ze de krimpproblematiek gezamenlijk blijven aanpakken. Daarbij richten ze zich niet alleen op de drie 'topkrimpregio's' in Limburg, Zeeland en Groningen, maar ook op tien "anticipeerregio's" die in de toekomst met krimp te maken krijgen. Welke gebieden dat zijn is aangegeven op een kaart, met toelichting.
Gevolgen voor maatschappelijke voorzieningen
Bevolkingsdaling heeft, in combinatie met ontgroening en vergrijzing gevolgen voor maatschappelijke voorzieningen. Er is niet alleen minder vraag, maar ook een verschuiving van de vraag. Door de lage aanwas, zijn er steeds minder kinderen en steeds meer ouderen. Het draagvlak voor onderwijs en kinderopvang neemt af, terwijl er juist meer behoefte ontstaat aan zorgvoorzieningen.
Het verminderde draagvlak voor onderwijs en kinderopvang heeft tot gevolg dat steeds meer scholen en kinderopvangorganisaties samen verder gaan of helemaal verdwijnen. Er wordt op verschillende wijze ingespeeld op de demografische veranderingen, bijvoorbeeld door een brede voorzieningen in de stadskernen met satellietscholen (met vervoer!) in dorpskernen. Een ander voorbeeld is het ontwikkelen van een educatief centrum, waarin meerdere functies zijn samengevoegd.
Beleidsmaatregelen
- Het Rijk onderzoekt welke belemmeringen er zijn voor het samen voegen van meerdere scholen en zorginstellingen. Ook lopen er 21 experimenten die nieuwe oplossingen voor krimp moeten opleveren. Zo zijn er onderzoeken naar het bereikbaar houden van zorg via ICT.
- Rijk, provincies en gemeenten blijven werken aan het ‘krimpproof’ maken van regels en geldstromen. Zo wordt in navolging van de aanpassingen in het Gemeentefonds ook bij het Provinciefonds meer rekening gehouden met krimp. Dit leidt tot een herverdeling van respectievelijk 15 miljoen euro voor gemeenten in topkrimpprovincies en 100 miljoen euro per jaar die ook ten gunste komt aan krimpgebieden.
- De financiering die scholen vanuit het Rijk ontvangen is gebaseerd op leerlingaantallen. De daling van het leerlingaantal loopt vooruit op de kostendaling van het onderwijs. Daarom is, sinds 2008, een hardheidsclausule ingesteld door het ministere van OCW. Schoolbesturen die door deze demografische ontwikkeling financieel in de knel komen kunnen een beroep doen op de clausule.
- Gemeenten en corporaties spelen in op het in stand houden van voorzieningen als winkels, buslijnen en bankfilialen door voorzieningen te concentreren. Vaak gebeurt dit in multifunctionele gebouwen, waar bijvoorbeeld de bibliotheek, informatiebalie, gemeentebalie en andere kleinschalige voorzieningen worden gecombineerd. Vaak ook in combinatie met activiteiten vanuit het plaatstelijke verenigingsleven.
- Ook is te zien dat vrijwilligers het op zich nemen om een voorziening draaiende te houden, wanneer blijkt dat deze dreigt te verdwijnen.
In het eerder genoemde voortgangsrapportage wordt gepleit voor een regionale langetermijnvisie over de toekomstige economische, sociale en ruimtelijke kwaliteiten van een krimp- en anticipeergebied.
De praktijk
Het beleid met betrekking tot de concentratie van voorzieningen in krimpgebieden is vrij abstract. Er zijn niet of nauwelijks plannen hoe dit beleid te realiseren. Sommige krimpgemeenten zijn bezig voorzieningenplannen te maken, vaak ingegeven vanuit Integrale Huisvestingsplannen die vanuit overheidswegen toch al gemaakt moeten worden (voor onderwijs). In de praktijk bestaan er, voor zover bekend, nauwelijks intergemeentelijke voorzieningenplannen.
Over voorzieningen in krimpgebieden wordt veel gesproken en nagedacht, maar het daadwerkelijk uitvoeren van het beleid (sluiten en concentreren) ligt gevoelig en wordt vaak bestuurlijk of politiek geblokkeerd. De voorzieningenopgave wordt vaak kwantitatief benaderd (vanuit hoeveelheid aanbod), terwijl een kwalitatieve benadering van essentieel belang is om regio's (economisch) vitaal te houden.
Reacties en activiteiten
Mensen uit krimpregio's die bovenstaand beeld over voorzieningen en krimp niet herkennen worden van harte uitgenodigd onderstaand te reageren en (beleids)stukken die het tegendeel bewijzen toe te sturen naar portal@bouwstenenvoorsociaal.nl. Ook als u het wel herkent mag u reageren.
Krimp en voorzieningen sluit aan op veel onderwerpen uit de Agenda Maatschappelijk Vastgoed 2012, waaronder de juiste vraag, beter gebruik en exploitatie, slimmer met onderwijs en opvang, eigentijdse voorzieningenstructuur en bewonersbeheer.
Krimpgebieden hebben al wat langer ervaring op deze dossiers. Komende maanden gaan we vanuit BOuwstenen kijken wat we van deze ervaring kunnen leren en vice versa, wat we vanuit maatschappelijk vastgoed kennis kunnen bijdragen aan de krimpaanpak. Suggesties zijn welkom.
Op 14 februari 2012 is er een bijeenkomst over de gevolgen van krimp voor kinderopvangorganisaties (netwerkbijeenkomst met Sander Schrover, adjunct-directeur van kinderopvang 2Samen en Maria Bolt, directeur van Kids2B uit Noordoost-Groningen).
Meer informatie
Meer informatie is te vinden:
- op de websites van diverse kennisinstituten rond krimp;
- op de website van Bouwstenen bij voorzieningenbeleid en bij krimp.
Het onderwerp is aan de orde bij diverse bouwstenen-netwerken en bij diverse ontwikkelactiviteiten.
Reactie toevoegen