LinkedInYouTubeTwitter

Meer referenties voor ruimtelijk beleid

Steeds meer gemeenten maken gebruik van referentiewaarden of normen voor maatschappelijke voorzieningen. Ze dienen als richtinggevend instrument en bieden handvatten voor ruimtereserveringen bij de ontwikkeling van wijken.

Amsterdam de eerste

Amsterdam was in 2018 de eerste gemeente die referentiewaarden voor maatschappelijke voorzieningen vastlegde. In 2020 volgden Utrecht en Rotterdam. Daarna sloten steeds meer gemeenten zich aan: Zaanstad in 2021, Dronten in 2022 en Almere in 2023. In 2024 kwamen ook Den Haag en Ouder-Amstel met referentienormen en herzag Amsterdam haar eerder gepubliceerde referentienormen. Ook Veenendaal heeft sinds kort referentiewaarden.

In vroeg stadium ruimte inplannen

Door duidelijkheid te verschaffen over de benodigde ruimte voor maatschappelijke voorzieningen, vormen de waarden of normen niet alleen een basis voor het gesprek binnen de gemeenten, maar ook voor gesprekken met bewoners en ontwikkelaars. 

 

Toine Hooft, strategisch adviseur bij Sweco in Stadszaken: “Als je de situatie inzichtelijk maakt, kun je meters en euro’s koppelen aan behoeften. Dat dwingt tot nieuwe manieren van kijken naar het gebied. Op het moment dat een gebiedsontwikkeling wordt gestart, is vaak nog geen helder beeld welke maatschappelijke voorzieningen er al zijn en welke nog missen."

 

Hoewel de referenties vaak primair bedoeld zijn om al in een vroeg stadium van gebiedsontwikkeling voldoende ruimte voor voorzieningen in te plannen, kunnen ze ook worden gebruikt als meetlat voor bestaande wijken, bijvoorbeeld bij herontwikkeling.

Ook huisartsen, apothekers en buitenruimte

De gemeentelijke referentienormen gaan voornamelijk over de benodigde ruimte voor kunst en cultuur, onderwijs, sport, zorg en welzijn. Diverse gemeenten hanteren ook een norm voor huisartsenposten en Dronten en Ouder-Amstel gaan ook specifiek in op de benodigde ruimte voor apothekers.  

 

Ook ‘groen’ wordt door vrijwel alle gemeenten genoemd. Rotterdam doet dat niet, maar die heeft wel een ‘buitenruimte norm’ voor spelen, sporten en ontmoeten. Ook zijn er een aantal gemeenten die aandacht geven aan specifieke voorzieningen. Zo neemt Almere bijzondere woonvormen op in haar kader, heeft Amsterdam normen voor dagbestedingslocaties en opvangvoorzieningen voor daklozen en neemt Den Haag openbare toiletten op in de lijst met overige functies. 

 

Utrecht heeft andere wijktypering

Gemeenten hanteren verschillende normen voor verschillende type wijken of woonmilieus. De wijktypes zijn min of meer vergelijkbaar. Zo maken Amsterdam en Den Haag in hun normenkader onderscheid tussen (buurt of) wijk, gemengde wijk, hoogstedelijke wijk en centrum. Ook Ouder-Amstel, Zaanstad en Almere gebruiken iets dergelijks. 

Utrecht differentieert haar normenkader op basis van de sociale staat van de wijk: zwak, gemiddeld of sterk. De gemeente vindt het belangrijk om ongelijk te investeren voor gelijke kansen. 

 

Gerdien Stoel, sociaal architect bij de gemeente: “Het is best opmerkelijk dat we in delen van de stad waar kinderen een eigen tuin hebben of waar ouders makkelijk met de bakfiets naar het park gaan, vaak hetzelfde aanbieden als in wijken waar kinderen meer zijn aangewezen op de directe leefomgeving in en rondom hun flat. We investeren nu juist daar waar kansenongelijkheid het grootst is.”

 

Kansen voor synergie en meervoudig gebruik

In principe gaan de normen uit van het huidig gebruik en rolverdeling. Tegelijkertijd geven sommige gemeenten expliciet ruimte aan afwijkingen op de norm wanneer functies gecombineerd worden of voorzieningen gedeeld gebruikt worden. Utrecht, Amsterdam, Den Haag, Zaanstad en Ouder-Amstel benoemen specifiek het concept van meervoudig ruimtegebruik. Daarbij worden schoolgebouwen, schoolpleinen en sportzalen vaak genoemd als kansrijke voorbeelden om ruimte te delen en daarmee ook synergie te creëren tussen verschillende functies. Zo staat in de Utrechtse barcode “Schoolpleinen altijd openbare ruimte”. 

In balans groeien

Gerdien: “De normen hebben ons als gemeente heel erg geholpen om inzicht te krijgen in wat we moeten realiseren om in balans te kunnen groeien.” Wel kunnen er in de loop van de tijd nieuwe inzichten ontstaan. Zo had Amsterdam behoefte aan een herziening van de normen uit 2018 vanwege nieuw beleid en meer inzicht in wat in de praktijk wel en niet werkt. Daarom heeft de gemeente spelregels voor het gebruik van de referentienormen opgesteld, een norm voor huisartspraktijken toegevoegd, de normen voor daklozenopvang verlaagd en, in verband met de ruimtelijke behoefte van inclusief onderwijs, de normen voor onderwijs verhoogd. 

 

 

Bijeenkomst voorzieningenplanologie

  • Op 25 september 2025 organiseren we voor beleidsmedewerkers onderwijs, sport en welzijn, (vastgoed)strategen en planologen uit ons netwerk een bijeenkomst over voorzieningenplanologie. Dit artikel is ter voorbereiding. 

 

  • Heb jij ervaring met voorzieningenplanologie, aanvullingen, wil je iets inbrengen of meedoen? Reageer dan via onderstaande reactie knop of neem contact met ons op via info@bouwstenen.nl of telefoonnummer 033 258 4337


Yes you can oranje

 

Meer informatie

  • Webinfo: Referentiewaarden diverse gemeenten
  • Onderzoek: Haalbaarheidsonderzoek Dorpspunt Stompwijk, met overzicht referentiewaarden diverse gemeenten (Kansrijp, juli 2024)
  • Bericht: Utrecht verbindt sociaal en ruimtelijk (28 april 2025)
  • Column: Mensen maken de stad (Blz 64, Gemeente Amsterdam)
  • Bericht: Zo borgt Veenendaal maatschappelijke voorzieningen bij gebiedsontwikkelingen (Stadszaken, 1 mei 2025)
  • Bericht: Referentienormen Amsterdam (19 juni 2019)

 

Reactie toevoegen

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
CAPTCHA
Deze vraag is om te controleren dat u een mens bent, om geautomatiseerde invoer (spam) te voorkomen.