In juli 2024 heeft de Raad van State een kritische reactie gegeven op het wetsvoorstel voor een meer planmatige en doelmatige aanpak van onderwijshuisvesting in het primair en voortgezet onderwijs. In dat licht zijn de adviezen die ze de Minister van OCW meegeeft mild.
Het wetsvoorstel heeft tot doel de investeringen door gemeenten en schoolbesturen in het onderwijshuisvesting beter op elkaar af te stemmen. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft met name daarop gelet.
Voldoet niet aan de wet
In haar advies signaleert de Raad dat het wetsvoorstel niet voldoet aan artikel 110 en 111 van de Gemeentewet. Hierin wordt gesteld dat er geen plan van gemeenten mag worden gevraagd, zoals een Integraal Huisvestingsplan Onderwijshuisvesting (IHP), zonder aan te geven hoe de financiële gevolgen daarvan worden gecompenseerd. In de toelichting op het wetsvoorstel wordt daar volgens de Raad te gemakkelijk aan voorbijgegaan. Ook mag een verplichting om een plan te maken niet door het Rijk worden opgelegd als dat uitsluitend dient om informatie te verkrijgen. Uit de toelichting op het wetsvoorstel wordt duidelijk dat dat hier wel het geval is. De Raad adviseert hier in de wet meer toelichting op te geven.
Procedures beter afstemmen
Ook heeft de Raad kritiek op de afstemming tussen het IHP dat de gemeente verplicht moet opstellen en het MJOP van het schoolbestuur. De procedures zijn niet goed op elkaar afgestemd. De Raad adviseert de voorgestelde procedure nader te bezien. Daarnaast adviseert de Raad het begrip renovatie verder af te bakenen, mede gelet op het verschil tussen de tekst van het wetsvoorstel en die van de toelichting. In een eerdere versie van het wetsvoorstel stond een meer concrete definitie van renovatie, maar die leidde tot discussie en is na de internetconsultatie uitgehaald.
Spijker op zijn kop
Helemaal op het eind van het advies signaleert de Raad van State nog een ander belangrijk punt, waarmee het wetsvoorstel eigenlijk onderuit wordt gehaald. Zonder voldoende bekostiging zullen gemeenten hun ambities in het IHP afstemmen op de bestaande financiële kaders. Die zullen (kunnen) dan naar verwachting niet heel erg hoog zijn. Maar de IHP’s zijn wel langjarig bepalend voor de te realiseren kwaliteit van de onderwijshuisvesting, zo staat in het advies. Dat roept bij de Raad de vraag op hoe dit wetsvoorstel zich verhoudt tot de grote opgave en de stelselverantwoordelijkheid van de Minister van OCW en dat beter toe te lichten. Dat is voorzichtig geformuleerd, maar hiermee slaat de Raad wel de spijker op zijn kop. In het huidige stelsel is het Rijk verantwoordelijk voor voldoende bekostiging en die is te laag om de opgave te realiseren.
Wat doen wij?
Het probleem met onderwijshuisvesting zit hem niet in de afstemming tussen gemeenten en schoolbesturen, maar in het ontbreken van voldoende structurele bekostiging. Het stelsel aanpassen is wenselijk, blijkt uit het IBO, maar ook zonder stelselwijzigingen kunnen stappen worden gezet naar een betere werkplek voor kinderen en docenten. Vanuit het Bouwstenen-netwerk hebben we daar verschillende voorstellen voor gedaan, passend bij de onderlinge verhoudingen en normale taakuitvoering van Rijk, gemeenten en scholen. Dat zullen we ook in de toekomst blijven doen.
Meedoen? Heel goed.Denk mee en steun ons gezamenlijk werk door partner van Bouwstenen te worden en aan te sluiten bij een van onze netwerken, bijvoorbeeld over onderwijshuisvesting, financiën en/of verduurzamen.
Zie ook de programma’s van de bijeenkomsten op:
|
Image
|
Meer informatie
- Advies: Raad van State (juni 2024)
- Agenda: Maatschappelijk Vastgoed 2024
- Ontwikkelwerk: Deltaplan scholen
- Brief: met voorstel aan informateurs (Bouwstenen, 25 september 2024)