Het riool als verwarmingsketel

Vellesan College Het rioolwater gebruiken om een gebouw te koelen of verwarmen? Dat klinkt gek, maar bij een school in Velsen gebeurt het.

Het Vellesan College in Velsen wordt als eerste school in Nederland al enige tijd gekoeld en verwarmd door middel van riothermie. En het volgende schoolgebouw dat op deze wijze wordt verduurzaamd staat al op de planning. René van Veen, beleidsadviseur onderwijshuisvesting, vertelt over deze innovatieve techniek.

Bespaart energie en ruimte

De innovatieve techniek bespaart de school energie en is beter voor het milieu. René: “En een ander voordeel is dat je geen CV-ruimte in de school nodig hebt. Die vervang je voor systeemkasten die je kunt inbouwen voordat het dak erop gaat. Dat scheelt in het aanvoeren van materiaal en die ruimte kan weer ergens anders voor gebruikt worden.”

Speciale rioolbuizen

Voor riothermie moet de gemeente speciale rioolbuizen aanleggen, die warmtewisselaars in de wand bevatten, legt René uit. “Het rioolwater geeft warmte af aan de wisselaars. Hier stroomt transportvloeistof doorheen die de energie opneemt. Vervolgens wordt het water gefilterd en ingezet voor de vloerverwarming in het gebouw. Zo gebruiken we het restwater van de riolering circulair.”

Wel extra investering nodig

De techniek vereist wel het een en ander van de gemeente. “Je moet bijvoorbeeld de nodige expertise in huis halen. Maar ook financieel vraagt het om een investering. De rioolbuizen die ervoor nodig zijn kosten meer dan de gebruikelijke buizen. Plus je moet zorgen dat je gebouw ook ingericht is op deze techniek. De schil van het gebouw moet er namelijk voor zorgen dat warmte in het gebouw blijft hangen”, vertelt René.

Van negatief naar positief

René: “Vooralsnog werkt het goed, maar zoals bij alle pilots is er natuurlijk ook ruimte voor verbetering. Niet alleen wij maar alle partijen moeten tevreden zijn met de resultaten. Het is in ieder geval mooi dat je iets negatiefs als afvallozing kunt ombuigen naar iets positiefs en zo een bijdrage kan leveren aan het verduurzamen van onze gebouwen.”