Een toenemend aantal gemeenten vindt een lage bezetting van maatschappelijk vastgoed een probleem. Maar hoe meet je de mate van gebruik? Drie voorbeelden op een rij, waarvan één van onze Belgische collega's.
In gesprekken over leegstand van maatschappelijk vastgoed wordt vaak aangegeven dat er niet veel leegstand is, maar wel van 'verborgen leegstand' en ‘onderbezetting’. Een gebouw heeft dan wel gebruikers, maar wordt beperkt gebruikt. Steeds meer gemeenten vinden dit een ongewenste situatie; niet alleen in verband met de kosten, maar ook met de wens tot duurzaam ruimtegebruik.
Vraag de gebruikers
Daarbij worden vaak als eerste vraagtekens gezet bij de bezettingsgraad van buurthuizen en andere multifunctionele accommodaties. Maar hoe krijg je zicht op de bezettingsgraad? Gemeente Leiden vraagt hierover gegevens op bij Libertas Zorg, de beheerder van dergelijke locaties. Het blijkt dat de bezettingsgraad varieert van 50% tot 65%, een positief beeld. Erik Leisink, portefeuillemanager van Leiden, nuanceert enigszins: "De score wordt sterk beïnvloed door de openingstijden; beperkte openingstijden geven een opwaartse score."
Check van de gegevens
Ook de gemeente Gent in België vraagt de gebruikers van haar gebouwen aan te geven welke dagdelen zij het gebouw gebruiken. Dat levert vaak een te rooskleurig beeld op, omdat partijen de bezuiniging in hun nek voelen. Daarom wordt vervolgens op basis van eigen kennis en internetgegevens door de gemeente gekeken of de ingevulde gegevens ongeveer kloppen. Het resultaat wordt aan de gebruikers voorgelegd met het verzoek de uitgangspunten voor het vervolg te verifiëren. Dat alles levert een beter beeld op en voorkomt veel discussie in vervolggesprekken.
Gegevens zelf in huis
De gemeente Utrecht heeft de gegevens over de bezetting zelf in huis, via haar digitale verhuursysteem. Hiermee wordt de feitelijke bezetting gemeten. In 2013 was de bezettingsgraad 25 uur per week. Het doel voor 2017 is 45 uur per week. Daarnaast kijkt de gemeente ook naar de tevredenheid van gebruikers en bewoners en signalen vanuit het verhuurloket."
Teveel definities
Marc van Leent, trekker van het Bouwstenen-netwerk Wijkvoorzieningen, wijst op de veelheid aan definities rond het begrip bezettingsgraad: "Wordt er alleen naar het betaalde gebruik van ruimtes of ook naar het onbetaalde gebruik gekeken; wordt er in dagdelen of uren gerekend, worden gemiddelden naar rato van de zaalgrootte berekend; enzovoort. Zoveel definities, zoveel uitkomsten. Om de bezettingsgraden van verschillende locaties goed te kunnen vergelijken, is een goede definitie van dat begrip essentieel.”
Meedoen? We willen graag meer inzicht in de wijze waarop gemeenten met de gebruiksintensiteit van hun bezit omgaan. Doe mee door de mini-enquête in te vullen.
Op 15 juni komt het Bouwstenen-netwerk vastgoedmanagement samen om het te hebben over de organisatie, exploitatie en het beheer van multifunctionele accommodaties. Kennismakers zijn van harte welkom. U kunt zich hier aanmelden.
|
Meer informatie
-
Nieuwsbericht 'Bijdrage aan doelen', over de methoden die Utrecht hanteert om de bezettingsgraad en andere zaken te meten (Bouwstenen, 9 november 2016)
-
Speciale uitgave van Schoolfacilities rond meervoudig ruimtegebruik (Schoolfacilities, december 2016)
-
Informatiepagina rond MFA’s