All-inclusive wonen met voorzieningen in de plint zijn een haalbaar alternatief voor verzorgingshuizen die niet op de oude voet verder kunnen of willen. Wel gewenst dat zorgkantoren en gemeenten meewerken.
Dat is de voorzichtige conclusie uit het recent afgesloten experimentenprogramma van Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg, MOVISIE en Platform31. De resultaten daarvan zijn op 29 januari 2015 door de betrokken onderzoekers gepresenteerd aan een brede groep zorgondernemers.
All inclusive
Ellen Olde Bijvank, trekker van het Bouwstenennetwerk Zorgvastgoed, ging in op het concept van All-inclusive. Dit concept appelleert aan het gelijknamige product dat veel reisorganisaties hun klanten bieden; wonen, maaltijden, wasservice en schoonmaken in één arrangement. Het is mogelijk zo’n arrangement tegen een aanvaardbare prijs te exploiteren, zo laat een groep koplopers zien. De prijzen variëren ruwweg van € 750,- tot € 1200,- per maand all-in. Dit is bereikbaar voor mensen met alleen AOW en iets meer. Marktonderzoek geeft aan dat er bij 20% van de ouderen belangstelling is voor All-inclusive. Het betreft vooral ouderen die vóór 1945 zijn geboren. Dan gaat het om de huidige 70-plusser. Dit betekent dat het concept de komende 10 jaar in een behoefte voorziet. De praktijk zal de komende jaren uitwijzen of er ook daadwerkelijk voldoende belangstelling voor zal blijven bestaan.
Gemeenten onmisbaar
Marnix Norder van het aanjaagteam Wonen en Zorg nam het onderzoeksrapport in ontvangst. Norder benadrukte dat de implementatie van All-inclusieve niet zonder medewerking van zorgkantoren en gemeenten kan. Zorgkantoren dienen meerjarige duidelijkheid te geven over de financiering van de zorg zodat instellingen weten waar ze aan toe zijn. Maar ook gemeenten zijn onmisbaar. Zij zijn in het kader van de WMO aanspreekbaar op alles rond welzijn.
Alternatief voor de plint
Marc van Leent van de Wijkplaats en partner van Bouwstenen heeft in het kader van dit experimentenprogramma nader onderzoek gedaan naar de voorzieningen in de plint van verzorgingshuizen. Daar zitten namelijk de grootste exploitatieproblemen. In samenspraak met het veld heeft hij vier bedrijfsmodellen beschreven aan de hand van de zogenaamde Canvas-methodiek. Tevens is voor elk model een exploitatiebegroting opgesteld om te toetsen of de business case sluitend gemaakt kan worden. In een aantal modellen wordt de plint primair benaderd als wijkvoorziening. Tijdens de presentatie van de modellen op 29 januari kwam de mogelijke concurrentie met andere wijkvoorzieningen als urgent punt naar voren. Marc van Leent: “Als dat niet goed wordt afgestemd, heeft iedereen een probleem. Dan verwatert de ontmoetingsfunctie van álle voorzieningen.”
Meer informatie
- Rapport ‘All-inclusive’, over nieuw en betaalbaar woonserviceproduct in de verzorgingshuizen (Platform31, Aedes-Actiz en Actiz, januari 2015)
- Rapport ‘Vier bedrijfsmodellen voor de plint’, over de financiering van algemene voorzieningen in verzorgingshuizen na de scheiding wonen/zorg (Platform31 en Aedes-Actiz, december 2014)
- Informatiepagina over Zorgvastgoed en Voorzieningen
Bouwstenen-activiteiten
Begin juni is de eerstvolgende bijeenkomst van het netwerk Zorgvastgoed en Voorzieningen, met als thema Extramuralisering in de praktijk. Extramuralisering van zorgvastgoed komt aan bod, afstemming (vastgoedportefeuilles) en exploitatie van de plint. Bij deze bijeenkomst is ook Marc van Leent van de Wijkplaats aanwezig.
Tevens organiseert Bouwstenen twee bijeenkomsten rond het Canvas-model en buurtvoorzieningen:
Reactie toevoegen