De bibliotheek is een achterhaald concept. Ingehaald door technologie, welvaart en krimp. Sommigen ervaren dat als revolutie. Auke ten Hoeve noemt het liever "evolutie". Er zijn minder voorzieningen nodig.
Druk op bibliotheken
Auke ten Hoeve, gespecialiseerd in het krimpvraagstuk, beleidsinnovatie en bestuurlijke (samenwerkings)processen, ziet in de praktijk dat het concept bibliotheek steeds meer onder druk komt te staan door technologische ontwikkelingen en maatschappelijk veranderingen:
- Men heeft voldoende geld om zelf boeken aan te schaffen en hebben de bibliotheek niet langer nodig, hierdoor verdwijnt de kerntaak van bibliotheken.
- Door internet is al veel informatie en om-niet beschikbaar. Bovendien is de informatie significant meer en sneller beschikbaar dan via een bibliotheek.
- De hoeveelheid literatuur is bovendien significant toegenomen, waardoor het niet meer kunnen voldoen aan de vraag van een klant ook steeds meer toeneemt. Deels werd dit opgevangen door uit te wisselen met andere bibliotheken, maar deze methode raakt steeds meer achterhaald.
- De kosten voor digitale boeken worden steeds meer concurrerend met de tarieven van bibliotheken.
- Door krimp raken de ontwikkelingen in een hogere versnelling. Immers, het aantal schouders dat de lasten van voorzieningen moeten dragen nemen af.
Overgangsperiode
Door deze factoren worden bibliotheken gedwongen te veranderen. Een overgangsperiode is ingezet. Auke ziet de verandering niet zozeer in het zich opnieuw uitvinden van bibliotheken, hij stelt dat gekeken moet worden naar de behoefte. Is dat er niet, dan geen bibliotheek. Of een minder dicht netwerk van bibliotheekvestigingen, maar op een hoger kwaliteitsniveau.
Uit onderzoek is gebleken dat ook de leefbaarheid niet afneemt door het verdwijnen van bibliotheken of andere voorzieningen, zoals vaak wel beweerd wordt. In de praktijk blijkt dit anders te zijn. De vraag moet ook gesteld worden, net als bij dorpswinkels voorheen, hoe is het gekomen dat het een kwijnend bestaan kent en dreigt te verdwijnen? Omdat men elders is gaan shoppen of de behoefte op een andere manier heeft vervult, bijvoorbeeld door zelf boeken te kopen of over te gaan op digitale boeken.
De rol van krimp
De essentie van het krimpvraagstuk is: het aantal mensen neemt af. Dus minder schouders om de lasten (voorzieningen) te dragen. Op de oude voet door leven kan dan niet. Dit wordt wel getracht door afschrijvingstermijnen te wijzigen waardoor de druk op de begroting verminderd, maar daarmee worden de lasten naar de toekomst doorgeschoven. Terwijl in de toekomst het aantal schouders nog meer verminderd. De huidige generatie zal nu zijn verantwoordelijkheid moeten nemen.
Auke stelt dat we verslaafd zijn geraakt aan een dicht netwerk van voorzieningen. We blijven ermee doorgaan ook al is de kwaliteit slecht, omdat we er geen geld meer voor hebben. Hij pleit daarom voor het concentreren van voorzieningen (uit diverse gehuchten) binnen één dienstverlenende zone (in of nabij een dorp). Door het samenvoegen ontstaat een beter kwaliteitsniveau, per saldo is het ook nog (iets) goedkoper. Meer met minder dus.
Schaalniveau
Termen als 'dorp' moeten worden hergedefinieerd, zo pleit Auke. Nederland is een dorp en de steden zijn wijken die prachtig in het groen liggen. We doen in Nederland net of er grote afstanden zijn zoals bijvoorbeeld in Canada. Gehuchten met een paar huizen noemen we al snel een dorp en we vinden dat dat dorp voorzieningen moet hebben en houden. Maar afstanden van maximaal 10-15 km zijn goed te overzien, zeker in een tijdperk waar mobiliteit een grote rol speelt. We zijn verwend geraakt, waardoor onze visie vertroebelt. Waar vroeger kinderen dagelijks 25 km moesten fietsen naar de grote school in de stad of naastgelegen dorp, worden kinderen nu al gauw met de auto gebracht naar de school 4 km van huis.
Anticiperen
Wat we kunnen leren van oude krimpgebieden is dat men niet tijdig en adequaat heeft geanticipeerd op ontwikkelingen. Door niet mee te bewegen en vooral halstarrig te zijn. De dorpen of gehuchten die het wel redden, hadden voldoende anticiperend vermogen. In de huidige krimpgebieden is daarom curatief beleid nodig: alsnog bijsturen, wat met veel kosten gepaard gaat. In de andere regio's die in de komende tijd ook met krimp te maken krijgen, is nu preventief beleid gewenst, waardoor de kosten beperkt kunnen blijven. Daartoe behoort ook het herschikken van voorzieningen.
Bron: Auke ten Hoeve
Bewerkt door: Nicole Huisman
Reactie toevoegen