Kinderopvangbedrijven kiezen soms voor 'andere oplossing’ dan de regels voorschrijven. Als dat uit pedagogische overweging is, is daar over het algemeen weinig discussie over met de Inspectie.
Blijkbaar hebben kinderopvangbedrijven en de Inspectie een redelijk gelijk beeld over wat goed is voor kinderen. Dat blijkt uit onderzoek dat in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is verricht naar gelijkwaardige alternatieven in de kinderopvang.
Gedacht kan worden aan:
- een 3+ groep zonder vaste stamruimte;
- minder personeel rond de pauzes;
- het hanteren van een speelrooster of niet aangrenzende buitenruimte (bij kleine buitenruimte of opvang in de natuur);
- activiteitgerichte aanpak, tafelgroepen (om aan te sluiten bij wisselende tijden) of één grote basisgroep (open deuren beleid, verticale uitwisseling) in plaats van basisgroepen.
Er zijn voor kinderopvangbedrijven verschillende redenen om van de regel af te wijken; het is beter (weinig discussie over), efficiënter (goedkoper) of uit noodzaak, omdat er op de betreffende locatie geen andere oplossing is.
Meer informatie
- Onderzoek naar aard en omvang gelijkwaardige alternatieven (Minsterie SZW, september 2014)
- Tijdens de Najaarsbijeenkomst van Bouwstenen op 4 december praten we verder over kindvoorzieningen en de afstemming tussen onderwijs en opvang, o.a. in één van de sessies. We hopen dan ook u te ontmoeten. Tot 1 november kunt u gebruik maken van de aantrekkelijke vroegboekkorting.
Reactie toevoegen