1311 Het begrip renovatie

Op dinsdag 19 november 2013 komt de werkgroep Overheveling bij elkaar. Deze keer zijn we te gast bij Charlotte Jager van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Zuid Oost.

Renovatie

Thema van deze bijeenkomst is renovatie. Hoe te komen tot een benadering waarin scholen en gemeenten zich zouden kunnen vinden. Voorkomen moet worden dat de overheveling leidt tot nieuwe discussies over dit begrip zonder dat de huisvesting er beter van wordt. De regeling biedt geen duidelijkheid over hetgeen onder renovatie moet worden verstaan.

De afschrijftermijn van onderwijshuisvesting varieert vaak tussen de 40 en 60 jaar. Reden voor renovatie is upgrading. Het begrip hangt nauw samen met het begrip "kwaliteit".

Redenen om te renoveren:

Levensduurverlenging
Duurzaamheid
Energieverbruik
Demografie
Functionele eisen

Gedeeld en tegengestelde belangen

Goede onderwijshuisvesting is een gedeeld belang van gemeenten en scholen. Maar er zijn ook tegengestelde belangen; denk aan kwaliteit onderwijshuisvesting versus kwaliteit onderwijs. Waarin wil je investeren?

Gemeenten hebben belang bij renovatie:

Behoud van het vastgoed
Geen gedoe met grondwaarden, grond is geen factor
Beeldbepalende plek
Financiële argumenten
Duurzaamheid
Leegstand
Flexibiliteit: alternatieve aanwendbaarheid
Kosten voor tijdelijke huisvesting
Investeringsbereik van 20 jaar versus demografie

Ook schoolbesturen hebben belang bij renovatie:

Functionaliteit (aanpasbaar en flexibiliteit)
Exploitatie
Locatie
Concurrentie –uitstraling gebouw
Visie onderwijs passend bij onderwijskundig concept

Verdeelsleuten bij renovatie

Renovatie is een taak/zorgplicht van de gemeente. Door renovatie kan de levensduur worden verlengd (belang gemeente), maar scholen hebben soms liever nieuwbouw (minder kosten groot onderhoud, ook betere prestaties qua exploitatie. Je hebt een gebruikersexploitatie en een vastgoedexploitatie.

Een verdeelsleutel op basis van boekwaarde is niet handig:

De boekwaarde is een administratieve maat en correspondeert niet met feitelijke levensduur.
De boekwaarde wordt door de gemeente bepaald (voor boekhoudkundige zaken, met boekhoudkundige argumenten). Scholen hebben hier geen invloed op.
De trend in het gemeentelijk vastgoed is meer te rekenen met echte waarde/waardeling van het vastgoed.

Er is behoefte aan een instrument om een betere afweging te maken tussen nieuwbouw en renovatie en de kostenverdeling daarbij; een gebaseerd op reëele belangen en reëele uitgangspunten.

Financiering onderwijshuisvesting in gemeentefonds (zie brief Conexus-HEVO)

Er zijn grote verschillen in wat gemeenten via het gemeentefonds krijgen voor onderwijshuisvesting. Er zijn voorbeelden bekend van €95 per leerling (kleine gemeenten) en €1.300 per leerling (grote gemeenten).

Benodigd is €600 - €700 per leerling. De PO-raad onderzoekt wat de mogelijkheden zijn voor financiering door het Rijk.

Informatie

1311 Het begrip renovatie

Snel naar