4.3 Conditie en onderhoudsniveau
De conditie van de gebouwen wordt gemeten en geregistreerd op basis van de huidige NEN 2767 ´Conditie meten voor gebouw en installatiedelen’.
Het minimale conditieniveau is 3 (= voorbeeld), tenzij anders wordt afgesproken in een management-, huur- of gebruikscontract.
Periodiek (bijvoorbeeld elke drie of vijf jaar) vindt er voor de actualisatie van het meerjaren onderhoudsplan een herinspectie van het onderhoudsniveau plaats.
Het gewenste onderhoud is afhankelijk van specifieke afspraken tussen de eigenaar en de huurder/gebruiker en is mede afhankelijk van de volgende factoren:
- de verwachte/gewenste levensduur van het gebouw;
- de cultuurhistorische waarde;
- de (nieuwe) functie van het gebouw;
- het doel van het gebouw;
- de intensiteit van het gebruik;
- beschikbare middelen.
Gebouwen die op termijn worden gesloopt, afgestoten of herontwikkeld worden op een andere niveau onderhouden.
Het conditieniveau van een gebouw wordt in het meerjaren onderhoudsplan vertaald naar concrete maatregelen. Daarin moet minimaal aandacht zijn voor energiemaatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar (wettelijk minimum in het kader van de Wet Milieubeheer).
Toelichting
In de NEN 2767 worden zes conditieniveaus onderscheiden, zie het schema hiernaast:
Bron
Spelregels Vastgoedbeheer 2.0 (gemeente Breda, mei 2014). Aangepast n.a.v. teamoverleg gemeente Oss (januari 2015) en door redactieteam (februari 2015 en oktober 2016)
Begrippen
Meerjaren onderhoudsplan, Onderhoud
Meer informatie
- Tabel 'De zes conditieniveaus in de NEN 2767', afkomstig uit de publicatie 'Spelregels voor vastgoedmanagement' (Bouwstenen, december 2016)
- Informatiepagina’s over Kwaliteit maatschappelijk vastgoed, Onderhoud
- Over de NEN 2767